Zoekt en gij zult vinden, heel veel vinden

 

gleaners

Mijn vakantie is net achter de rug. Het is nog rustig op de UB. Een goed moment om even achterover te zitten en met geloken ogen te mijmeren over ‘het vak’. Ik ben zelf nog van de generatie die later aan zijn kleinkinderen vertelt over de tijd dat opa nog artikelen opzocht in een grote kast die ‘kaartenbak’ werd genoemd. Toen ik in 1999 begon als bibliotheekautomatiseerder hadden we een OPC, een paar databases en een heus torentje met cd-roms. In sneltreinvaart nam het aantal e-journals en databases toe, we kregen Metalib om het zoeken in de brij aan bronnen enigszins overzichtelijk te maken en inmiddels hebben we alweer een paar jaar de beschikking over Primo, waarmee onze gebruikers via één vakje ons gehele aanbod kunnen doorzoeken. Het is nog niet perfect, maar het komt in de buurt, toch? Of niet helemaal?

Een greep uit een aantal artikelen over zoekgedrag van studenten:
‘Our observations verified the findings of others, such as the lack of understanding of constructing search queries and employing advanced searching techniques’ [1].
‘ We identified… the lack of an overall understanding of the interrelationship among the library catalog, databases, the discovery tool , and scholarly publications.’[2]
‘We found that students had limited attention spans when confronted with myriad results.’[3]
 ‘Even though many of the students had had a course-integrated library instruction session before participating in the study, it did not seem to increase their evaluative skills’[4] .
‘Students in this study seemed to have little conceptual understanding of how information is structured and how searches work in either Google or the federated search tool (and by extension, all search tools), yet they all ranked themselves highly in terms of their own research skills. [5]

Wie zelf verder zoekt zal genoeg voorbeelden vinden van onderzoeken waaruit blijkt dat studenten (maar echt niet alleen studenten) bij hun zoekacties nauwelijks gebruik maken van quotes, weinig Booleaanse operatoren gebruiken, alleen naar de eerste paar zoekresultaten kijken, kortom, waaruit blijkt dat de functionaliteit van onze prachtige zoeksystemen maar voor een klein deel wordt benut. Toen ik een aantal jaren geleden zelf een onderzoekje deed naar zoekgedrag, zei een student het onomwonden: ‘ik wil gewoon Google’. Inmiddels zijn we zo ver dat we iets bieden dat aardig in de buurt komt, maar daarmee hebben we ook een Google-achtige manier van vinden binnengehaald: door de grote massa aan gegevens vind je altijd wel wat, maar de kans op een (gedeeltelijke) mismatch is groot, mede door het slordig gebruik van zoektermen, het ontbreken van kritisch vermogen als het gaat om het beoordelen van de bronnen en de onwil om verder dan de eerste paar zoekresultaten te kijken, om maar eens wat te noemen. Slordig zoeken is niet zo’n ramp als je op zoek bent naar een camping in Bretagne, maar voor wie zoekt naar wetenschappelijke informatie is het niet verstandig om het eerstgevonden strootje in een hooiberg als speld te behandelen. En voor alle duidelijkheid: ik doe niet aan Google-bashing, want net als Primo biedt Google allerlei mogelijkheden om precieze zoekacties uit te voeren. Alleen wordt daar maar mondjesmaat gebruik van gemaakt.

5726834411_e95a13dbb5_o

En dan is de grote vraag natuurlijk: hoe zorgen we ervoor dat er betere resultaten worden gevonden? Instructie is natuurlijk belangrijk, en daar doen we ook veel aan, maar in de waan van de dag  zijn veel zoekers geneigd om vooral aan het eindresultaat te denken en niet aan de weg daarnaartoe[6]. Misschien moeten we sommige geavanceerde zoekfuncties (zoeken op titel etc.) meer prominent aanbieden. Of misschien kunnen we de zoekvraag koppelen aan achtergrondinformatie die we hebben van de student. Welke studie volgt hij? In welk jaar zit hij? Als hij zoekt op ‘Parma’ en we weten dat hij geschiedenis studeert, hoeven we een boek over de economie van de stad Parma niet prominent aan te bieden en werken over de hertog van Parma wél. Maar is dat niet te bevoogdend? Houden we hem zo niet dom? Of moeten we er op gokken dat de ontwikkeling van de semantisch technologie ons naar een zorgeloos zoekwalhalla zal brengen? En zo buitelen de vragen over elkaar.

Ik open mijn ogen en realiseer me dat ik nog een paar mailtjes moet beantwoorden. Als iedereen weer terug is van vakantie gaan we dat zoeken eens goed aanpakken. Toch?

 

 

[1] Heather A. Dalal, Amy K. Kimura, Melissa A. Hoffman, “Searching in the wild: Observing Information-Seeking Behavior in a Discovery Tool”, Association of College & Research Libraries Proceedings, (2015):  668
[2] Ibid., 669
[3] Beth S. Bloom, Marta Deyrup, “The truth is out: how students REALLY search”, Proceedings of the Charleston Library Conference, (2012): 204
[4]  Lea Currie, Frances Devlin, Judith Emde and Kathryn Graves, “Undergraduate search strategies and evaluation criteria”, New Library World, Volume 111, Number 3/4, (2010):  113
[5] Helen Georgas, “Google vs. the library (part II): student search patterns and behaviors when using Google and a Federated Search Tool”,  Libraries and the Academy, Volume 14, Number 4 (2014): 527
[6] Melissa Gross and Don Latham, “Undergraduate Perceptions of Information Literacy: Defining, Attaining, and Self –Assessing Skills”, College & Research Libraries, Volume70, Number 4(2009): 345

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.