Leesoffensief

Ha, dat klinkt nog eens goed, leesoffensief. Een woord dat dynamiek en daadkracht suggereert, dat blijk geeft van een haast militaire aanpak. Het is het centrale thema van een brief die OCW-minister Van Engelshoven en haar collega Slob van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media in december aan de Kamer stuurden. De ministers reageren daarin op het internationale PISA-rapport, waaruit blijkt dat het niet goed gaat met de leesvaardigheid van de Nederlandse jongeren. En dus is het tijd voor actie! De ministers baseren hun actieplan op Lees!, een adviesrapport van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. In dit advies wordt het begrip leesoffensief geïntroduceerd. Zowel de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur als de ministers zien een belangrijke rol weggelegd voor leerkrachten en bibliothecarissen, niet helemaal toevallig twee beroepsgroepen die de afgelopen jaren nogal te lijden hadden van overheidsbezuinigingen. In Lees! gaan de auteurs uitgebreid in op de kaalslag die plaatsvond in de bibliotheekwereld. Ze geven aan dat gemeenten zorg moeten dragen voor een goede bibliotheekvoorziening en dat de overheid hen daarop aan moet spreken als dit niet gebeurt. Voor scholen geldt dat ze extra moeten worden gefinancierd.

Dat is nog eens mooi advies! En het is niet tegen dovemansoren gezegd, want  de ministers Slob en van Engelshoven beloven in hun brief dat de regering middelen gaat reserveren voor … een letterenfestival en een organisatie die lezers en schrijvers met elkaar in contact moet brengen. En de bibliotheken en scholen? Er staan veel mooie woorden in de brief van de ministers, maar het komt er uiteindelijk op neer dat de bibliotheekmedewerkers (tegenwoordig vooral vrijwilligers) gewoon hun wettelijke leesbevorderingstaak moeten oppakken. Het toch al bomvolle onderwijscurriculum krijgt als extra onderdeel het vak leesplezier. Probleem opgelost. En als blijkt dat hierdoor andere vakken in de knel komen, dan introduceren de ministers volgend jaar waarschijnlijk gewoon het vak rekenpret.

Leesoffensief. Het is een mooi woord, maar of de vlag de lading dekt? Mijn suggestie voor de ministers: leesschijnaanval.

Kamerbrief over leesoffensief

Dit artikel verscheen in licht gewijzigde vorm in InformatieProfessional 2020/1

Naar aanleiding van mijn artikeltje in de InformatieProfessional kwamen er nogal wat reacties. Daarom schreef ik op mijn eigen blog een nadere toelichting:

Soms vraag ik bij het schrijven van een nieuwe IPLingo wel eens af of de stukjes gelezen worden, want er bereiken me nauwelijks reacties. Dat was met mijn laatste stukje, over het leesoffensief dat de onderwijsministers aankondigden, wel anders. Ze vragen om een antwoord.

Voor alle duidelijkheid, ik vind de gedachte achter het Leesoffensief prima en ik wil zeker niet op de rem trappen. En ook weet ik dat de Openbare Bibliotheken veel goed werk doen op dit gebied. Ik heb zelf in de openbare bibliotheekwereld gewerkt en ben op de hoogte van dBoS en andere initiatieven. Maar mijn kritiek richt zich niet op het werk van de bibliotheken.

Essentieel in Lees!, het rapport van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad, is een goede en structurele financiering voor het slagen van het beleid (zie kader). Hoezeer de ministers ook putten uit Leef!, over financiering wordt met geen woord gerept en daarmee wordt het plan een reus op lemen voeten. Ik vind het een schrijnend voorbeeld van hoe onderwijs en bibliotheekwereld taken toebedeeld krijgen terwijl anderzijds de benodigde financiële middelen niet ter beschikking worden gesteld, sterker nog, terwijl de kaalslag nog steeds voortduurt. In dat kader had ik het in mijn stukje over “vooral vrijwilligers” in de bibliotheek. Dat is niet bedoeld om bibliotheekprofessionals die bezig zijn met leesvaardigheid etc. weg te zetten als ongekwalificeerde krachten, maar om nogmaals aan te geven dat een goed beleid alleen gevoerd kan worden met een deugdelijke financiering.

https://www.bibliotheekinzicht.nl/organisatie/vrijwilligers-de-bibliotheek

Een “zure” IPLingo? Wie mijn andere IPLingo’s en artikelen leest, zal  zien dat die vrij luchtig zijn en er weinig zuurheid in te vinden is. Maar omdat ik me tijdens het lezen over het Leesoffensief steeds meer ergerde over de vrijblijvendheid van de ministersbrief werd het inderdaad een zuur stukje. Volgende keer weer iets leuks!