Open Annotation Collaboration

Dit is een tweede post in de serie over dingen die mij opvielen tijdens OAI8. In deze post ga ik in op Open Annotation Collaboration (OAC). Over deze standaard heb ik tijdens OAI8 een presentatie en een workshop bijgewoond. Beide werden gegeven door Rob Sanderson van de Los Alamos National Library.

OAC is eigenlijk al een aantal jaren oud. Het werk begon rond 2010, en is min of meer onstaan in de periode waarin Herbert Van de Sompel als visiting researcher verbleef bij DANS en bij het Huyghens Instituut. Veel onderzoekers op het gebied van de digital humanities houden zich bezig met het annoteren van bronnen, zoals digitale edities van literaire teksten, of reproducties van kunstwerken. Vaak worden er daarbij specifieke systemen gebruikt en kunnen die annotaties niet gemakkelijk worden hergebruikt. Maar het annoteren van bronnen is uiteraard een breder fenomeen. In systemen zoals Flickr of FaceBook kunnen er uiteraard ook opmerkingen bij bronnen worden geschreven. Ook hier speelt het probleem dat deze opmerkingen vastzitten aan die specifieke omgevingen. Het doel van OAC is om een manier van annoteren te ontwikkelen die generiek is en die los van het systeem waarin deze bronnen worden beheerd.

Open Annotation is gebaseerd op een simpel data model, en maakt ook volledig gebruik van de architectuur van het web. In de visie van W3C bestaat het web uit entiteiten die worden geïdentificeerd door een URI. In het data model van Open Annotation bestaan alle componenten van de annotatie dus uit ‘Web Resources’ met een eigen URI. De basisgedachte is dat een annotatie bestaat uit twee onderdelen. De eerste bron is de annotatie zelf is (de ‘Body’). De tweede bron is datgene is dat wordt geannoteerd (de ‘Target’). Deze eerste twee bronnen worden bij elkaar gebracht door een derde Web Resource, namelijk de ‘Annotation’. Een ‘Target’ kan bijvoorbeeld een scan zijn van een schilderij, en een “Body” is dan een tekst waarin wordt toegelicht wat er op het schilderij te zien is. Een annotatie kan natuurlijk ook gaan over specifieke details van het schilderij. OAC voorziet ook in technieken waarmee specifieke onderdelen van bronnen kunnen worden geaddresseerd (zogenaamde ‘selectors’).

intro_model

Recentelijk zijn er nog een aantal termen aan het data model toegevoegd. Het is nu ook mogelijk om het doel van de annotatie op te geven (gaat het om wetenschappelijk onderzoek? Of is het een soort ‘Bookmark’ of geheugensteun?). Er zijn ook termen toegevoegd waarmee de “provenance” kan worden vastgelegd (de persoon die verantwoordelijk is voor de annotatie). Hiernaast is ook de term “SemanticTag” gedefinieerd, zodat er bij het annoteren ook termen uit bestaande ontologieën kunnen worden gebruikt.

Open Annotation is voor de UBL een heel interessante techniek. Terwijl de technologie rond nanopublicaties (die ook is gebaseerd op  Semantic Web technologie) toch voornamelijk toepassingen lijkt te hebben binnen de natuurwetenschappen, kunnen onderzoeksgroepen binnen de Geesteswetenschappen via OAC ook een stap zetten naar Linked Data en naar herbruikbare en gestructureerde onderzoeksannotaties. Een goed voorbeeld van humaniora-onderzoek waarin OAC momenteel al wordt toegepast is het Emblemata-project, waar onder meer ook onderzoekers van de Universiteit Utrecht aan deelnemen. Er zijn inmiddels ook al een aantal open source applicaties beschikbaar waarmee vrij gemakkelijk Open Annotations kunnen worden aangemaakt, namelijk SharedCanvas en in Pund.It. Voor bijvoorbeeld kunsthistorici die heel gedetailleerd bepaalde uitsnedes van kunstwerken willen beschrijven, of voor literatuurcritici die commentaar geven op specifieke tekstfragmenten, kunnen dit heel nuttige tools zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.